Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Hoge Raad: reservefonds VvE behoort tot box 3

Geplaatst op: 03-07-2023, 09:33:52

Het vormen en in stand houden van een reservefonds voor een VvE is wettelijk verplicht. Dat doet volgens de Hoge Raad echter niets af aan de wijze waarop dit vermogensrecht moet worden gerekend tot box 3 van de appartementseigenaar.

Reservefonds

Een appartementseigenaar betaalt maandelijks servicekosten aan de vereniging van eigenaren (VvE) van een appartementencomplex. Zijn appartementsrecht kwalificeert als eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting. Een deel van de servicekosten wordt toegevoegd aan een reservefonds voor toekomstig onderhoud van het appartementencomplex.

Aan de eigenaar  is voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, waarbij door de inspecteur in de rendementsgrondslag van box 3 een bedrag van € 9.408 is begrepen als het aan de eigenaar toe te rekenen aandeel in het reservefonds van de VvE.

Vermogensrecht

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat het lidmaatschap van een VvE dient te worden aangemerkt als een vermogensrecht dat op grond van artikel 5.3, lid 2, aanhef en letter f, Wet IB 2001 bij het bepalen van de rendementsgrondslag van box 3 als bezitting in aanmerking wordt genomen voor de waarde die in het economische verkeer aan dat recht wordt toegekend.

De aanspraak van de eigenaar op een deel van het eigen vermogen van de VvE dat is gevormd voor het toekomstig onderhoud van het appartementencomplex is daarom terecht in de rendementsgrondslag van box 3 begrepen, aldus het Hof.

Wettelijke voorziening

De eigenaar betoogt dat het Hof in zijn oordeel ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de tussentijdse wijziging van artikel 5:126, lid 1, BW waardoor het reservefonds een wettelijke voorziening is geworden die als zodanig niet tot het eigen vermogen behoort of kan worden gerekend, en zo dat wel het geval zou zijn, geen waarde in het economische verkeer heeft.

Het Hof gaat niet mee in het betoog van de eigenaar en verklaart dat, anders dan de mening van de eigenaar, de wijziging van artikel 5:126, lid 1, BW waarbij het vormen en in stand houden van een reservefonds een wettelijke verplichting is geworden, geen verandering heeft gebracht in de aard van dat reservefonds als vermogensrecht in de zin van artikel 5.3, lid 2, aanhef en letter f, Wet IB 2001, noch in de wijze waarop de waarde in het economische verkeer van dat vermogensrecht moet worden bepaald.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond.

Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2023:952

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 30 juni 2023

Ga terug naar de vorige pagina